Van kinds af aan draagt ieder mens een goddelijke essentie in zich. Deze essentie manifesteert zich in het bewustzijn van het bestaan en weerspiegelt Gods aanwezigheid. De metafoor die gebruikt wordt om deze ervaring te beschrijven is die van een “roep”, waarin de innerlijke stem het individu wakker roept voor zijn ware identiteit. Het idee van goddelijkheid wordt voorgesteld als inherent aan iedereen, zonder onderscheid of uitsluiting, en het bewustzijn van deze waarheid wordt herinnerd en versterkt door een constante spirituele kracht.
De tekst stelt dat de goddelijke aanwezigheid op een diepgaande manier in de mens aanwezig is en dat deze aanwezigheid, hoewel onzichtbaar, herkend kan worden door het ontwaken van spiritueel bewustzijn. Het beeld van het “graf” wordt gebruikt om het fysieke lichaam te symboliseren, terwijl de spirituele wederopstanding wordt behandeld als een ervaring die uiteindelijk door iedereen zal worden beleefd, ongeacht de religieuze doctrine.
Het idee van goddelijke eenheid dringt door in de tekst en suggereert dat, in essentie, alle mensen manifestaties zijn van hetzelfde goddelijke principe. Deze eenheid wordt onthuld door persoonlijke, innerlijke ervaring, waarin iedereen zichzelf herkent als deel van dit geheel. De “Ik Ben” wordt voorgesteld als de essentie van God die in elk wezen woont, en de spirituele reis bestaat uit het herkennen en leven van deze waarheid.
Het boek onderzoekt ook het idee van leven na de dood en benadrukt dat het bestaan in andere dimensies doorgaat en dat iedereen zal worden hersteld. Het aardse leven is daarom een voorbereiding op deze continuïteit, waarin opgebouwde gedachten en ervaringen een centrale rol spelen in de spirituele evolutie van het individu. Het beoefenen van verheven gedachten en bewust gedrag wordt gezien als essentieel voor spirituele ontwikkeling.
De relatie tussen God en de mensheid wordt symbolisch beschreven, wat suggereert dat goddelijkheid zich volledig manifesteert wanneer menselijke wezens ontwaken tot hun ware aard. De menselijke verbeelding wordt gezien als een weerspiegeling van de goddelijke essentie en door deze verbinding te begrijpen, verwerft het individu het vermogen om zijn eigen werkelijkheid te transformeren.
De Bijbel, verre van slechts een verzameling historische verslagen te zijn, wordt gepresenteerd als een persoonlijk en intiem verhaal van elk menselijk wezen, dat een openbaring biedt van de goddelijke wijsheid en kracht die in elk van hen huist. Het ware begrip van deze geschriften komt niet voort uit een letterlijke lezing, maar uit een directe ervaring van God.
De belangrijkste boodschap van het boek is dan ook dat de ware aard van God in ieder mens huist en dat spirituele groei bestaat uit het herkennen en beleven van deze realiteit. De ervaring van God is voor iedereen toegankelijk en door tot deze waarheid te ontwaken, vindt het individu zijn eigen goddelijkheid.
A.R.Ribeiro.