Het boek stelt dat we, om een hogere innerlijke vrede te bereiken, illusies moeten loslaten die ons gevangen houden, zoals verdeeldheid op basis van ras, geloof of status. Gehechtheden beperken ons wezen en alleen door los te laten kunnen we ware vrijheid vinden. Het transformeren van ons beeld van onszelf heeft de kracht om onze wereld te transformeren. Identificatie met de innerlijke waarheid, vertegenwoordigd door de "IK BEN", bevrijdt ons van conditionering en stelt ons in staat om een werkelijkheid te creëren die in overeenstemming is met die waarheid.
De tekst benadrukt de zoektocht naar het Koninkrijk der Hemelen als de sleutel tot het ontvangen van alles wat we nodig hebben in het leven. God wordt geïdentificeerd als het innerlijke bewustzijn waar alle ware schepping vandaan komt. Het bewustzijn van zijn (I AM) wordt beschreven als het fundamentele principe van alle manifestatie, dat elke voorstelling van onszelf vormt. Persoonlijke transformatie en de manifestatie van verlangens worden gezien als directe resultaten van het bewust identificeren met wat men wenst te zijn. Bewustzijn is de basis van alle menselijke ervaring, waarbij verandering wordt geïnitieerd en gerealiseerd door het opzettelijk gebruik van de gewenste staat van zijn.
De tekst benadrukt ook hoe belangrijk het is om in het heden te bevestigen wat je wilt manifesteren. Uitspraken als "Ik zal zijn" duiden op een gebrek in het heden, terwijl "IK BEN" een krachtige bevestiging is van identificatie met wat je wilt zijn. Bewustzijn (IK BEN) wordt gezien als God in actie, die de werkelijkheid creëert en manifesteert volgens de indrukken die het ontvangt. Er wordt benadrukt dat bevestigingen in het heden moeten worden gedaan, omdat nu de enige erkende tijd is. De verlosser (bewustzijn) binnenlaten is het verlangen toestaan zich te manifesteren door je er volledig mee te identificeren door de affirmatie "IK BEN".
Daarnaast gaat het boek in op het principe van bewustzijn en de relatie daarvan tot de creatie en manifestatie van de werkelijkheid. Het interpreteert de uitspraak dat "aan wie heeft, zal meer gegeven worden, en van wie niet heeft, zal zelfs datgene wat hij heeft, weggenomen worden" als een universele wet die gebaseerd is op bewustzijn. Dit betekent dat datgene waarvan we ons bewust zijn dat we het zijn of hebben, zich in onze werkelijkheid zal manifesteren. Er is geen partijdigheid bij God, want Hij is het ongeconditioneerde bewustzijn dat werkt volgens deze onveranderlijke wet.
Het proces van spirituele besnijdenis wordt beschreven als het verwijderen van de sluiers die onze ware identiteit als bewuste wezens (I AM) verhullen. Dit omvat het overstijgen van identificaties met ras, natie, familie en uiteindelijk met de menselijke conceptie zelf. Het verslag van Jezus' voetwassing voor de discipelen wordt geïnterpreteerd als een symbool van dit proces van spirituele openbaring, waarbij puur bewustzijn (IK BEN) zijn geheimen onthult wanneer de sluiers van beperkte identiteit worden verwijderd.
Kortom, het boek moedigt bewuste identificatie aan met wat men wil manifesteren, waarbij erkend wordt dat bewustzijn het creatieve principe is dat de levenservaring van elk individu bepaalt.
A.R.Ribeiro.
Bibliotheek van de Nieuwe Gedachte