J.R.R. Tolkien begon in de jaren dertig enthousiast aan Arthurs val en liet het zelfs lezen aan een goede vriend, die hem aanmoedigde het af te schrijven. Zeer waarschijnlijk heeft de publicatie van De hobbit in 1937 ervoor gezorgd dat Tolkien het gedicht nooit heeft afgemaakt, hoewel in een brief uit 1955 staat dat ‘hij hoopte een lang gedicht over Arthurs val af te maken’. Hij liet niet alleen een gedeeltelijk gedicht na, maar ook vele pagina’s vroegere versies en experimenten in vers, waarin de eigenaardige evolutie van de structuur van het gedicht wordt onthuld, en verhalende samenvattingen en noten. In deze laatste valt een duidelijk verband tussen de Arthur-legende en De Silmarillion te bespeuren, en het bittere einde van de liefde tussen Lancelot en Guinevere, die nog nooit werd beschreven.